top of page

OORVERDOVENDE STILTE EN EEN GEVLUCHTE OPERAZANGER

Tekst: Neil van der Linden



A loud silence is het verhaal van een politieke vluchteling uit Iran, Mohsen Masoumi, die een mooie carrière in de opera tegemoet leek te gaan.


Mohsen Masoumi en Farid Sheek


Aanvankelijk heb je het levensverhaal nog niet zo in de gaten. Je hoort mooi op de Perzische klassieke muziek geïnspireerd pianospel van componist Farid Sheek waarbij Mohsen met opmerkelijk diep basgeluid begint mee te zingen. Het levensverhaal wordt verteld door acteur Melle Berendse, met aanvullingen door Masoumi zelf, ook weer met dat onvoorstelbaar lage basregister, dat al snel ook zijn echte stemgeluid blijkt te zijn.

ree


Het is ook een verhaal van vallen en opstaan. Mohsen komt uit Shiraz, de stad van de dichtkunst – Hafez en Saadi, om er maar een paar te noemen – en ooit ook beroemd vanwege de in de dichtkunst telkens bezongen Shiraz wijn, zoals Masoumi zegt. Lange tijd was er in Iran een taboe op zingen en zelfs deels op muziek in het algemeen. Maar vervolgens werd de Iraanse cultuurpolitiek iets liberaler eerst tijdens de president Rafsanjani en vervolgens Khatami; dit alles natuurlijk nog steeds onder strikt toezicht van Hoogste Leider, Khamenei.




Mohsens familie is van de religieus conservatieve middenklasse, maar steunde zijn muzikale ambities. In die tijd werd Masoumi lid het koor van het Teheran Symfonie Orkest. Tijdens de protesten van 2004 en de Groene Revolutie van 2008/2009 deed hij mee en belandde hij verschillende keren in de gevangenis, onder meer in de beruchte Evin gevangenis, maar het lukte zijn familie hem telkens vrij te krijgen.



Een van die keren vond zijn vader hem al niet meer dan een hoopje ellende op de vloer van een cel, zo vertelt hij. Nadat hij een cassettebandje opstuurde naar het conservatorium aldaar werd hij uitgenodigd om in Moskou te komen studeren. Maar halverwege de studie dwongen de Iraanse autoriteiten hem terug te keren. Na terugkeer kwam hij weer in de politieke problemen, waarop hij besloot het land te ontvluchten, via de bekende weg: door de bergen de grens met Turkije over, verschillende keren opgepakt worden in Turkije, autoriteiten omkopen om niet te worden teruggestuurd naar Iran, soms ook gewoon geluk hebben, en vervolgens de oversteek naar Griekenland maken. Dat laatste via de zee, waarbij de boot waarin hij oversteek maakte omsloeg; hij vertelt dat hij allerlei sporten had bedreven, maar nooit had leren zwemmen, en hij overleefde dit alles ternauwernood.

ree

Uiteindelijk komt hij in Nederland terecht, om hier het hele traject vanaf Ter Apel af te leggen. Hij wordt aangenomen bij het Conservatorium van Amsterdam, maar als de toelatingscommissie aldaar hoort dat hij in een AZC zit loopt het weer anders: in een hilarische, maar tegelijkertijd schrijnende scène speelt hij iemand van het conservatorium die hem uitlegt dat de studie dan niet door kan gaan.

Dan komt hij in contact met het UAF, het Universitair Asiel Fonds, dat uitkomst biedt als hij aan het Tilburgs conservatorium gaat studeren, en daar een master haalt. De toekomst lijkt nu zonniger, maar net als hij een paar engagementen zal krijgen gooit Corona roet in het eten en ze worden allemaal afgezegd. Hij was natuurlijk niet de enige die dit allemaal overkwam, maar hij raakte wel in een depressie. Het verslag van dit alles is vastgelegd in deze voorstelling. Dankzij eigen kracht en hulp van vrienden, en zijn echtgenote en dochtertje, komt hij er weer bovenop.



Door de hele voorstelling heen horen we op Iraanse tradities gebaseerde muziek, maar hij zingt ook fraai “Il lacerato spirito” uit Simon Boccanegra, en een traditioneel Russisch lied, “In donkere ogen”.

Mohsen Masoumi – zang, performance, compositie aria’sMelle Berendse – verteller Farid Sheek – soundscape, arrangementen Emile Schra – regieLiesbeth Meijer – productiefoto’sEvgeniia Suslova – persoonsfoto’s

Gezien 24 mei, Marnixzaal, Utrecht


 
 
 

Opmerkingen


bottom of page